Het begon met de Continentals

Ria en ik zullen nooit de eerste concerten van de Continentals in 1969/ 1970 vergeten. Het veranderde ons leven volledig: een nieuwe manier om je geloof te uiten, jongeren te vormen, de kerk creatief te verrijken, mensen te bereiken. Het ve-randerde het leven van vele anderen ook. Nu en dan wordt ons weleens gevraagd: worden jullie die Conti’s nu eens nooit zat/ Het zal dui­delijk zijn, dat deze mensen alleen maar kijken naar het topje van de berg, n.l. het optreden en de muziek. Uiteraard hebben de Conti’s een bepaalde vorm, die volledig uniek is en Conti’s tot Conti’s maakt. Uiteraard moet je ook niet over smaak twisten, want ook hun repertoir is specifiek voor de Conti’s. Dat ondanks deze beperkingen de Continentals zijn uitgebreid tot de groot­ste cross-culturele muziekbediening van de eeuw, moet op zich­zelf al opvallen: 25 Amerikaanse groepen ieder jaar; 25 Europese groepen en dan nog eens een 25 andere groepen in andere werelddelen…., die met elkaar jaarlijks zo’n dikke 2000 mensen trainen en uitzenden, waarbij er zo’n 1500 concerten gegeven worden, die zo’n 1 miljoen mensen bereiken… Nu zijn dat allemaal hele imponerende feiten, maar dat is niet waar het om gaat. Vermoedelijk zijn de bewezen gevolgen voor de deelnemers zelf het allerbelangrijkst. Graag vertellen wij er iets meer over.

1 . Geschiedenis 1963:

Cam Floria was musical-director van YFC in Portland/Oregon/USA. Door een uitnodiging deel te nemen aan een nationale contest ging Cam met zijn zingende jeugdgroep op reis door een aantal staten. Om de kosten van de busreis te betalen moesten ze hier en daar in kerken optreden. Die kerken vroegen wat de naam van deze groep was. Omdat ze over het halve continent moesten, noemde Cam zijn groep de “Continental Singers”. Cam Floria paste een aantal bijzonder innoverende ideeën toe en dat bleek deze toernee anders te maken, dan wat die kerken, de jongelui en Cam tot nog toe had­den meegemaakt: de beweging Continental Singers was geboren. 1963-1967: Iedere zomer I USA-Continental groep; 1968: twee; 1969: drie, waarvan de eerste naar Europa. In de nazomer ’69 kwam het contact met Leen La Rivière tot stand, met als gevolg een hechte transatlantische samenwerking.
De gevo,[gen: crossculturele implementaties, zodat er nu kan­toren + Continental groepen zijn in Japan, Korea, Singapore, Australië, Nieuw-Zeeland, Chili, Brazilië, Porto-Rico, Zuid-Afrika, Europa (met kantoren in Engeland, Nederland, Hongarije, Slowakije, Italië, Roemenië en een landelijk netwerk onder het Europese kantoor). Wereldwijd 75 groepen volgens dezelfde ideeën en criteria. Europa is het grootste werkterrein naast Amerika, daar hier de ideeën maximaal benut worden: Engelstalige groepen, Duitstalige, Franstalige,Vlaams, Hongaars en Italiaans (’97), Tsjechisch/Slowaaks (’97), Roemeens (’98).

2. Ingrediënten

Wat maakt Continentals uniek/Waarom doen ieder jaar duizen­den jongeren auditie om mee te kunnen/
De ‘Continental-experience’ combineert

• geloofsaspecten 
• eigentijdse muziek 
• showelementen 
• avontuur/reizen 
• vele sociale contacten 
• groepsdynamiek 
• creatieve uitdaging 
• podiumervaring 
Dit allemaal samen maakt het tot een transformatieproces. 
 
3. Structuur & Criteria

A. Continentals is geen “open jeugdwerk”. Op toernee gaan is zwaar; het stelt hoge eisen aan persoonljjk­heid, motivatie, inzet, karakter, overtuiging, muzikale kwaliteiten. Daarom werden criteria’ ontwikkeld om auditie te doen, deze zijn: 

• sociaal/maatschappelijk 
• religieus 
• karakter/motivatie 
• muzikaal/artistiek 
– Als men voldoet aan de criteria, wordt men ingeschreven voor één project. Daarna ben je Continental af en begin je weer vooraan om je voor een project aan te melden. Doorgaan is niet automatisch, je wordt opnieuw beoordeeld. Er kan n.l. heel wat in de locip van de tijd veranderen: gedrag, muzikale kwaliteit, inzet/motivatie, geloof, etc. Daar moet rekening mee gehouden worden. 
 
B. Verdere procedure:
A. Na toelating krijgt de Continental regelmatig informatie om zich voor te bereiden, de toernee-regels en de muziek (die men van te voren moet kennen). 

B. Dan volgt een rehearsalcamp van 8 dagen, professionals leden dit. Hier wordt de cohcertproductie artistiek en inhoudelijk voorbereid en komen alle andere aspecten ook aan bod.

C. Gevolgd door een toernee van minimaal 2 weken, maximaal 4 weken (USA max. 3 maanden). 
D. Dan volgt evaluatie door: 
  1. deelnemers t.a.v. leiding, organisatie. 
  2. Concertorganisatoren/kerken t.a.v. groep/optreden/etc. 
  3. Leiding t.a.v. deelnemers en concertorganisatoren. 
  4. Concertbezoekers t.a.v. de avondconcerten. 

Na de evaluatie worden de foute en goede punten verwerkt en begint het systeem opnieuw. Er wordt veel tijd besteed aan research, statistisch onderzoek, evaluatie, e.d. C. Er zijn diverse mogelijkheden van participatie. 8-12 jaar Continental Kids (sinds 1999)
13-16 jaar Young Continentals (sinds 1992)
± 16-30 jaarContinentals, Continental Orchestra, Discipel
±30-55 jaarContinental Encores (sinds 1994)
Er zijn ook groepen met een heel speciaal doel: de Continental Vocals (p.r. en TV-producties) en de Continentals Frontline (afwij­kende leeftijden of bijzondere gebieden in Europa).

D. Bestuursstructuur.
Wereldwijd bestuur zetelt in Californië, de bakermat, 7 leden. 
Bestuur per werelddeel of regio b.v. Continental Miniseries Europe (5 leden). 
– Europees kantoor (Rotterdam) met hieronder 
– aansturing kantoor Hongarije, Italië, Slowakije, Roemenië 
– aansturing landelijke coördinatoren 
– klachten/bezwaarprocedure (* loopt naar besturen toe). 

E Financiën.
Iemand die mee wil, betaalt zelf een deel van de kosten. Hiervoor vindt men vaak in de omgeving sponsors, wat het draagvlak ver­groot.
De totale kosten worden gedekt uit:
• collecten + kaartverkoop • winst op CD’s/Cas.
• auteursrechten 
• eigen bijdrage(± 1400-2500 Gulden). 
Tours naar Oost-Europa zijn het duurst .. (Geen andere inkom­sten.) 
De uitgaven zijn niet gering door de kosten van o.a. professione­le trainings-periode, muziekrechten, licht, geluid, p.r., bushuur. Het percentage overhead (full-timers, kantoor, tel., etc. is relatief laag). Extra giften maken de balans kloppend.

F. Programma:
ieder jaar 50% nieuw!

4. Gevolgen: onderzoek

Is het zomaar een aardige bevlieging? Of is er meer aan de hand. Er wordt ook hier tijd besteed aan research d.m.v. schriftelijke selecte of aselecte enquêtering.

a. Publiek.
Hadden de eerste concerten een beperkte groep bezoekers. Nu zijn dat gemiddeld een 400 per avond in Europa en dat nog wel ’s zomers! Waren het eerst een paar concerten per land, nu zijn we de 500 per jaar in Europa al gepasseerd en de vraag blijft in sommige gebieden groeien. Totaal aantal bezoekers in Europa: 100.000-200.000 per jaar.
Op bijna alle concerten wordt met enquêtes gewerkt. Deze wor­den verwerkt, statistisch bestudeerd en de gegevens worden gebruikt voor verbeteringen. En zo kunnen de Continentals ieder jaar een stap vooruit maken in de communicatie naar het publiek toe. Denk niet dat er alleen christenen komen, 30% is nieuw publiek! Het optreden blijkt de mensen zeer aan te spre­ken, zo heeft zich zelfs een hele Europese fanclub ontwikkeld (2%van alle bezoekers).
 
b. Deelnemende jongelui.
Zijn de gevolgen blijvend? Van alle jaren weten wij op kantoor, hoe diep de ‘Continental Experience’ is. Er zijn verhalen over jongeren waarvoor het een aanzet was voor sociaal werk, om theologie te gaan studeren, om goed te participeren in jeugd- en jongerenwerk, om de motor te worden voor plaatselijke koren, bands, groepen, om actief te worden in de kerk. Najaar 1995 is er een officieel onderzoek: geweest onder de eerste Europese Continentals, die in de jaren ’86-’92 slechts lx getourd hebben· in 2000 is dat herhaald onder de groep ’86-’95! 
 
Resultaten:
Muzikale groei: 100% Allen waren door de toernee muzikaal verder gekomen en had het hen op vele terreinen iets geleerd, was een positieve aanzet voor de ontwikkeling van hun talenten, leerde om samen te musiceren, leerde om muziek te leiden, verhielp plankenkoorts, leren van grote lijnen en details, podium-ervaring, leren van ‘per­formance’, kritiek verdragen, leren bewegen, etc.
 
Geestelijke groei:
77% zei een duidelijke geestelijke groei, bewustwording van zin (normen/waarden) van het leven, geloof in God, enz. meege­maakt te hebben als resultaat. Sommigen zeiden dat God niet iets uit overlevering of verhalen bleek te zijn, maar een reële Persoon, waar je contact mee kreeg. Diversen vertelden hoe ze hadden gezien, dat God gebeden verhoorde. Sommigen hadden de Bijbel beter leren begrijpen. Al die effecten bleken tot op van­daag reëel te zijn. Voor de overige 23% had het geestelijk niets toegevoegd, die aspecten bleken min of meer al zo te zijn.
 
Sociale groei:
64% gaf aan sociaal verder gekomen te zijn. Dat bleek uit de vol­gende opmerkingen o.a. omgaan met anderen, leren samenwer­ken, anders-gelovigen (denkenden) leren kennen (o.a. via gastgezinnen), aanpassen, tolerantie leren, leren anderen lief te hebben (want niet iedereen is even sympathiek), andere gewoonten leren accepteren, leren naast anderen te staan (bemoediging), wat worden vriendschappen kostbaar, anderen leren respecte­ren.
 
Karaktergroei:
74% gaf aan in de eigen persoonlijkheid een duidelijke positieve invloed gezien te hebben. Opmerkingen die men hierover maak­te, o.a. meer open, meer zelfstandigheid, minder mensenvrees, zelfbewuster geworden, rustiger geworden, leren aan te passen, discipline geleerd, zelf-presentatie, doorzettingsvermogen geleerd, leren genieten, ik durf nu me te formuleren, heb geleerd wat liefde is en geduld, meer zelfstandigheid, leerde mijn eigen gedrag te relativeren. Naast deze persoonlijke ervaringen is onderzocht de PARTICI­PATIE als resultaat van ‘Continentals’; m.a.w.:
wat waren de gevolgen op lange duur: 
A. Men is verder gegaan in muzikale activiteiten/muziekstudie/artis­tieke ontwikkeling: 80%!
Dit betreft o.a. studie, deelnemen of leidinggeven aan plaatselijke koeren, zangles, opzetten van musicals, leren schrijven van tek­sten, composities, CD-producties, spelen in een band, men werd nu toegelaten tot het zingen van de Mattheus Passion, iemand kan ook lesgeven, individuele solo-carriëre, een enkeling werd professional, enz. 

B. Men is gaan participeren in het leven van de kerk/gemeente: 44%, o.a. het opzetten van jeugdgroepen, deelnemen aan de samen­zang-begeleiding, praise-groepen, deelnemen aan tienerwerk, zorgen hoe de kerk/podium eruit moet zien, doen nu de zanglei­ding, anderen erbij betrekken (motivator), is nu kerkkoordiri­gent, enz.

C. Men is actief gaan deelnemen aan evangelisatie-werk: 32%.
Men neemt nu deel aan een breed scala van plaatselijke initiatie­ven. 
D. Men neemt nu deel aan zendings- of’ministry’-activiteiten: 28%. Dat loopt van zendelingen ondersteunen, DTS volgen, deelne­men aan sociale bouwprojecten in Roemenië tot: ‘mijn ogen zijn geopend voor de nood van de wereld’. 
E. Men neemt nu actief deel aan een plaatselijke jeugdgroep: 16%. Dat kan een breed scala van mogelijkheden betekenen t./m. lei­ding geven. Men heeft het belang + noodzaak gezien.
F. Men is gaan deelnemen in sociale hulpprogramma’s: 12%.
Men is gaan helpen in thuislozen-projecten, bouw-projecten, armenzorg, etc.
G. Men is gaan participeren in de plaatselijke gemeenschap: 12%. Punten fen g scoren lager, het zijn in de Continental ‘experien­ce’ minder belichte aspecten, toch neemt men de stap naar sociale verantwoordelijkheid.
 
Organiserende kerken/plaatselijke organisaties: 
Iedere concertorganisator vult ook een enquête in. Ook al dat materiaal wordt statistisch verwerkt. De langst bekende serie concerten (ieder jaar I x): Zeist, Nederland: sinds 1970.
De algemene tendens:
90% vraagt de groepen terug binnen 2 jaar: men moet soms een jaar overslaan.
9% vraagt niet terug i.v.m. overmacht (beleid, ruimte eigenlijk niet geschikt).
1 % vraagt niet terug i.v.m. een gerede klacht ( er kan ook wel eens iets misgaan).
 
Voor veel plaatselijke organisaties/kerken is het een wezenlijke vorm van jongerenwerk c.q. evangelisatie-vorm dat model staat voor inzet, reikwijdte, kwaliteit, inhoud en jongerenparticipatie.
 
5. Pilotfunctie
De methode ‘Continental Singers’ heeft zich breed vertaald.Voor velen werkte dit model inspirerend. En leidde tot navolging.
Resultaat:
Nederland ong.1200 plaatselijke gospelkoren/bands
(CS actief sinds ’69)
Hongarije ong. 40 plaatselijke gospelkoren/bands
(CS actief sinds ’88)
Frankrijk ong. 50 plaatselijke gospelkoren/bands
(CS actief sinds ’91)
België ong. 4 plaatselijke gospelkoren/bands
(CS actief sinds ’90)
Duitsland ong. 60 plaatselijke gospelkoren/bands
(CS-E sinds ’74)
Tsjechië/Slow. ong. l 0 plaatselijke gospelkoren/bands
(CS actief sinds ’90)
 
De aantallen zijn gebaseerd op feiten. In deze plaatsen was eerst niets!
In Nederland is dit het verst gekomen omdat de Europese orga­nisatie een hele strategie heeft opgezet om de positieve impuls plaatselijk vast te houden en plaatselijke initiatieven met raad en daad te steunen.
 

Het resultaat:
Het zal nu wel duidelijk zijn, waarom we na al die jaren nog steeds pro-Continentals zijn, vanwege:

  • Het kerkelijk leven wordt meer op jongeren gericht en wordt vernieuwd.
  • Jongeren worden binnen een eigen cultuuridioom vastgehou­den en blijven zich zo bezig houden met zingeving, normen, waarden.
  • Het is een antwoord op de secularisatie.
  • En de deelnemers maken een grote stap naar volwassenheid, dankzij deze CS-ontwikkeling.
Samenvatting van een Continental:

‘Mijn tourervaring was het begin van een bewuster leven en een nieu­we toekomst’